Met doodsangst in haar ogen en haar handen voor haar hoofd
Wachtte zij op de stenen waardoor zij van het leven wordt beroofd.
De angst werd haar teveel en zij liet haar urine lopen.
De Here Jezus zag haar aan en verdriet had Hem bekropen.
Hij voelde de vrouw haar angst en schreef wat in het zand.
In stilte bad Hij tot De Vader: hef nu Uw grote hand.
Zijn Vader gaf Hem in: wie zonder zonde is werpe de eerste steen.
Wie bleven er allemaal staan? Niemand, zelfs niet één.
Ze stond met één been in het graf en keek de dood al in de ogen
Maar door De Here Jezus is nog nooit iemand bedrogen.
Hij vergaf haar schuld en schonk haar een nieuw leven.
De farizeeërs dropen af en daar bleef de dood aan kleven.
-

Reacties mogelijk gemaakt door CComment