Hun broer? Wat háten zij hem, die fantast.
Zit daar maar op te scheppen over dromen.
't Wordt tijd dat wij hem maar eens in gaan tomen.
Zijn dromerijen worden ons tot last.

Daar waar de haat groeit, komt het tot een daad:
Zij willen hem niet langer in hun midden.
Laat vader Jacob maar voor hem gaan bidden:
Hij schonk hem toch zo'n prachtig pronkgewaad?

En dan zegt vader Jacob argeloos:
Zoek toch je broers op, die de schapen hoeden.
(Had Jacob niets begrepen van de woede,
ontstaan doordat hij steeds voor Jozef koos?)

Daar komt die dromer! Grijp hem in z'n kraag!
Een diepe put wordt Jozef's onderkomen.
Daar ga je, Jozef, onze meester-dromer!
Ons broertje lijdt een diepe nederlaag.

Maar kijk wat daar passeert? Een karavaan.
Daar valt wellicht nog voordeel uit te halen,
want voor een slaaf willen ze wel betalen.
En Jozef? Die trekt vér bij ons vandaan!

En zo verdwijnt dan Jozef uit het oog;
als slaaf verkocht voor twintig zilverstukken.
Ha ha, nu moet híj voor de mensen bukken!
Hij droomde toch,dat ieder voor hém boog?

                           ********
En eeuwen later zien we Jezus gaan.
Verraden en verkocht voor zilverstukken,
om onder zware schuldenlast te bukken.....
Dat heeft Hij allemaal voor óns gedaan!