Nu ik hem zonen schonk, dacht ik, nu zal hij van mij houden
door mij leefde deels de stronk waaruit God Zijn volk zou bouwen
ik was niet mooi, mijn ogen flets, mooi was mijn jongere zus
maar ik hield echt van hem, vergat nooit zijn eerste kus

het bedrog voltrok zich in het donker toen Laban mij tot hem bracht
toch hoopte ik op een wonder maar Jakob had mijn zus verwacht
één nacht duurde mijn geluk, de morgen zou mijn droom verjagen
het ontwaken brak hem stuk toen zijn ogen mij en niet Rachel zagen

ik hoopte keer op keer en telkens weer dat Jakob in mijn ogen las
hoezeer ik hem adoreerde, hem net als Rachel zo innig liefhad
dat hij het zou gaan begrijpen en ook mij als vrouw zou zien
ik hoopte tegen wanhoop in, ijdel, want hij, hij had mij niet lief

hij weende wanhopig toen Rachel in het kraambed stierf
en ik, ik voelde me koud en kil, niemand had ik nog hier
toch was niet alles ellende, ik had 1 dochter en 8 zonen
hij bekende mij, maar de vrouw in mij is nooit aan bod gekomen

wat valt er nog te zeggen, ik leefde verder op de achtergrond
toen ik mijn leven neer moest leggen was dat geen grote wond
in 't familiegraf, ver van mijn zus, heeft Jakob mij besteld
bij Adonai vond ik rust, mijn liefde leeft voort in 8 stammen Israëls
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment