Morgenlied, Psalm 3.
Psalm van David.
Als hij vlucht voor zijn zoon Absalom!

O, Heer, zij staan op en zijn mijn haters?
Men zegt: "Niemand helpt, 't zijn mooie praters!"
Ik weet beter en heb U tot mijn schild,
U heft mijn hoofd; U heeft mijn eer gewild!
 
U riep mij vanaf  Uw Heilige Berg,
"Ik heb je stem gehoord, het is heel erg!
Wees niet bang voor je zoon of smaad'lijk spreken,
ga rusten, zijn kansen zijn verkeken.
 
"Als je straks op staat in de morgenstond,
dan heb Ik al je vijanden verstomd!"
Tienduizenden waren er van mijn volk,
ze wilden mijn dood, maar U kwam op Uw wolk!
 
U heeft ze daar op de kaak geslagen,
tanden kapot en verstrooid als blagen!
De verlossing komt steeds weer van de Heer,
Hem zij de glorie, Hem is alle eer!