In die ene nacht
was hij opgestaan,
en met zijn vragen
naar Jezus gegaan.
 
Hij had gekozen
voor de donkere nacht,
zodat niemand van
de collega’s dit zag.
 
Ze zaten als collega’s
met zijn allen bij elkaar,
men was met de Jezus
nu wel een keer klaar.
 
Maar Nicodémus wilde
hoor en wederhoor,
iemand zomaar veroordelen
daar was hij niet voor.
 
De collega’s keken hem
met grote ogen aan,
wat zei hij daar, hebben
ze het wel goed verstaan.
 
Wat men toen tegen hem
zei wil je niet weten,
maar Nicodémus was het
gesprek met Jezus niet vergeten.
 
Na de kruisiging liet
hij zijn collega’s weten,
deze Jezus, Gods Zoon
is belangrijk in mijn leven.
 
Zo ging hij van het
duister naar het licht,
en vanaf nu was het
oog op Jezus gericht.

U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment