Ik had me in de zaak verdiept
en wist het: hij had niets gedaan.
Toch deed ik waar het volk om riep
en heb die ander laten gaan.

Mijn vrouw had 's nachts een droom gehad.
Natuurlijk kon ik daar niets mee,
want ik had nog maar één idee:
vooral geen oproer in de stad.

Mijn hoofdman zei: 'Een godenzoon!'
Maar ik waste mijn handen schoon.
Nu zie ik elke nacht hem staan.

Hij zegt geen woord, kijkt mij slechts aan.
Het leven wordt nooit meer gewoon.
Mijn god*, wat heb ik toch gedaan?

*Wat ik hiermee bedoel is dat Pilatus iemand uit zijn eigen (Romeinse) godenwereld (bijvoorbeeld Jupiter) aanroept. Vandaar god met een kleine letter.