Simson - Nu kan het nog

Jouw geboorte was een wonder
en alles aan jou was heel bijzonder.
Jij zou Gods nazireeër zijn.
Voor jou geen kapper en geen wijn.
Jouw vader bad de Heer om raad
voor de opvoeding van deze knaap,
een man, die om Gods wijsheid riep.
Maar zo verstandig was jij niet.
 
Jou werd geschonken grote macht:
uitzonderlijke lichaamskracht!
Je werd door God apart gezet.
Toch leefde jij slechts voor de pret
en zo belandde je in het kwaad,
viel in de kuil van het verraad.
Dit heb je naar je toe gehaald.
Toen riep 't in jou: 'Ik heb gefaald!'
 
Dit heb je in 't gevang bedacht,
toen het gedaan was met jouw kracht.
Daar zat je: kaal, blind en berooid.
Nog was Gods opdracht niet voltooid.
Eerst 'richter' in je eigen kracht.
O, had je 't maar van God verwacht!
Je lonkte speels de vijand toe:
De prijs heb je betaald en hoe!
 
Toen rees in jou een diep berouw
tot God, die je verhoren zou.
- Je werd Gods 'Richter' bij je dood
en maakte Israëls glorie groot.
...............................
Jij zondaar, die van harte rouwt
en die op Gods gena vertrouwt,
jij vindt in Hem barmhartigheid
die jou van elke vloek bevrijdt.
 
(Richteren 13 t/m 16)