Verbondskind

Ze hoopten vol verwachting maand na maand
of hen een kind gegeven werd,
een zoon in wiens kindskinderen
zij ooit aanwezig zouden zijn
als de Messias kwam.
Heer, erbarm U

Nu zijn zij oud en
zonder hoop of kind gaan zij Gods weg
van huis naar hof en tabernakel.
Zij zien verbaasd
hoe mensen met een groot gezin
Gods weg verlaten en naar de Astartes gaan,
hoe Filistijnen melk en honing halen
in ruil voor afgodsbeelden en geweld.
Heer, erbarm U

God ziet het wel.
God ziet hen wel.
God ziet zijn volk en
nog een sprankje licht:
Zijn eigen trouw.
Een engel zegt:
– als eens tot Abraham en later Zacharias –
er komt een kind ondanks je ouderdom.
Een kind , een zoon, met een speciale taak.
God erbarmt zich.

Het kind groeit op,
met wild woest haar en grote kracht
als hij begeesterd is.
Kort aangebonden, impulsief
slaat hij met vuist en kinnebak.
Nog een geluk dat God hem drank verboden heeft
en hij zich daaraan houdt. Dat wel.
Heer, erbarm U

Dit lang verwachte kind-
wat moeten we ermee?
Hij gaat zijn eigen gang.
Nu heeft hij in het land van de bezetter
een mooie meid gezien met wie hij trouwen  wil.
Een ongelovig meisje met een knecht van God.
Hoe moet dat, Heer?
Als overlopers, slappe ouders worden we gezien.
Het is ons kind, o Heer-
denk toch aan Uw verbond.
U riep hem in de moederschoot
en wij beloofden hem tot U te leiden.
Het lukt ons niet.
Lukt het U wel?
Heer, erbarm U

God, breng hem thuis.
Geef hem een huisgezin in Israël.
Laat hem een doorsnee-knecht zijn van U
die preekt van boete en bekering en herstel.

Verschrikkelijk zijn de berichten.
Hoe hij in blinde drift zich wreekt
wanneer zijn eer wordt aangetast-
zijn eigen eer, geen heilig vuur te zien.
Maar soms, als alles misgelopen is
en hij van God en mensen zich verlaten voelt,
roept hij U aan.
Is dat genoeg om hoop te hebben
voor zijn zielenheil?
Heer, erbarm U

Het kan nog erger, blijkt.
Eerst trouwt hij met een Filistijnse.
Dan woont hij samen met een hoer
uit dat gehate volk.
En nu al nummer drie,
die met gehuil zijn kleine hartje heeft geraakt en
zonder liefde hem verkoopt voor zilver.
Ons kind en Uw profeet.
O, God, denk toch aan Uw verbond
met hem en
ook met ons.

En toen God riep
sloeg hij zijn blinde ogen op
en bood zijn leven aan,
erkende dat zijn kracht van boven kwam
en kreeg God eer
van Filistijnen en van Israël.
En in de hemel
was gejuich
toen dit verbondskind
binnenkwam.


Richteren  13-16