Aan het begin van de kerk, was hij een van de zeven eerste diakenen.
Stephanus was zijn naam.
Zegekrans, betekent het.
Een mooie naam voor deze wijze man die geloofde in echte liefde, maar werd vermoord.
Een voorbeeld voor velen.
De menigte haatte hem, beschuldigde hem onterecht.
Namen hem gevangen.
Hij keek wél omhoog en getuigde.
Zij wilden zijn boodschap niet horen,
en sleepten hem de stad uit.
Stenen beukten Stephanus kapot.
Jassen lagen aan de voeten van de jonge Saulus. Saulus stond daar en genoot.
Stephanus straalde, hij was niet bang.
Hij viel op zijn knieën, maar zijn stem verzwakte niet.
Een gebed vulde de plek.
Luid was zijn stem, iedereen moest het horen.
Hij vroeg God om zijn vijanden te vergeven. Zij wisten niet wat ze deden.
Vergevende liefde stierf toen even.
Onze ruggen moeten niet buigen,
maar zich strekken zodat wij omhoog kunnen kijken,
kracht ontvangen om te vergeven.
Want alleen kunnen wij het niet.
Echt vergeven.