Paulus was in Athene gekomen
hij was daar de hele stad doorgegaan
wijsgeren hadden hem meegenomen
en zij hoorden daar Paulus' woorden aan:

aarde en hemel zijn door God gemaakt
met mensen en dieren die er wonen
mensenhanden hebben 't niet aangeraakt
God zal zonder hen Zijn almacht tonen

Hij geeft aan allen adem en leven
Hij heeft het menselijk geslacht gemaakt
Hij heeft tijden en grenzen gegeven
waardoor dat hun wonen en leven raakt

Zijn doel is, dat ze God zouden zoeken
of zij Hem al tastend vinden mochten
waarna Hij hun naam schrijft in Zijn boeken
van allen die Hem zoeken en zochten

de Heer is immers van ons niet ver weg
want Hij houdt Zich voor ons niet verborgen
ga naar Hem toe, en verlaat uw heg en steg
Hij wacht op u, Hij kent al uw zorgen

Hij vraagt ons tot bekering te komen
tot Hem Die in alle eeuwigheid leeft;
een blijde boodschap wordt er vernomen:
Hij is de Heer Die de zonden vergeeft

Hij komt weer, in Sion, op Moria
alle eer en macht is Hem gegeven
aan onze Heer zij eeuw'ge gloria
Hij schenkt Zijn kind'ren het eeuwig leven

zij hebben zijn woorden heel wel verstaan
maar wilden er geen aandacht aan geven
ze vroegen Paulus om weg te gaan
en gingen door met hun eigen leven

Dionysius, d' Areopagiet
en Damaris zijn toen wel gebleven
bij Paulus, weggaan dat deden zij niet
en God heeft hen in Zijn boek geschreven

Paulus sprak toen daar, ook tot u en mij:
wie de Heer zoeken, zullen Hem vinden
toegang tot Hem staat sinds Moria vrij
daar rekent Hij ons tot Zijn beminden

bij : Handelingen 17 : 15 - 34
-

Reacties mogelijk gemaakt door CComment