Op het dressoir staat een kaarsje te branden
naast een portretgallerij.
Jouw foto daarbij in een lijst zonder randen
Jij kijkt breed glimlachend naar mij
Het klinkt misschien raar, maar ik praat tot dat plaatje
en zeg dan hoe ik me nu voel.
En ik denk daarbij; "Het lijkt zinloos zo'n praatje.
Wat heeft dat gepraat nou voor doel?"

Achter mijn ogen voel ik tranen branden
"Waar ben jij geliefde naar toe?
Ben je misschien op de eeuwige stranden?
Ik fluister heel zacht; "I miss you."
Dan pak ik je foto en kijk naar je ogen
en geef je een heel dikke zoen.
Besluit dan mijn brandende tranen te drogen,
denkend aan tijden van toen. 

En in mijn hart blijft verlangen steeds branden
om elkaar ooit weer te zien.
Ik wil niet in mijn verdriet gaan verzanden.
Dat helpt me geen fluit bovendien.
Het leven gaat voort, dat is niet te stoppen
'k Moet verder, ook zonder jou
Ik zal me er wel doorheen leren schoppen
Wat blijft is dat ik van je hou.

Op het dressoir gaat het kaarsje nu doven.
't Is laat en ik ga nu naar bed.
Ik blaas de kaars uit en je moet me geloven:
"Ik doe daar voor jou een gebed."
Dan vraag ik aan God of Hij voor jou wil zorgen
en val dan in slaap met een traan.
En droom ik van jou tot de volgende morgen,
dan steek ik het kaarsje weer aan.