Op de begraafplaats, omringd door liguster
loop ik langs het ijzeren hek.
Ik ben in gedachten en word me bewuster:
'Eens vind ik ook hier mijn plek.'
Ik loop over paden langs stenen en bloemen,
het is er stil en sereen.
Zovele namen, wie zal ze nog noemen?
Zo kom ik terecht bij jouw steen.
Vandaag is jouw sterfdag, ik moet eraan denken,
ik zet een bloemetje neer.
Ieder jaar zal 'k er aandacht aan schenken
ook al ben je niet meer.
Ik pak een spons om je steen af te zemen,
zo hier en daar zit een vlek.
Dan is het tijd om weer afscheid te nemen
en loop ik terug door dat hek.
Ik ga weer naar huis, eenzaam, verlaten.
'k Ben blij als ik thuis even zit.
Dan sluit ik mijn ogen, 'k heb niet in de gaten
dat ik van binnen zacht bid.
Ik heb het pas door als mijn ogen gaan gloeien
en ik tot slot "amen" zeg.
Dan laat ik ook rijk'lijk mijn tranen vrij vloeien
en vraag: 'Wijs mij Heer steeds Uw weg.'
Op de begraafplaats, omringd door liguster,
liep ik langs het ijzeren hek
Ik liep in gedachten en werd me bewuster
'Eens vind ik ook hier mijn plek.'
Ik liep over paden langs stenen met namen,
plek van verdriet en van rouw.
Maar ik wil geloven: 'De Heer brengt ons samen
dan ben ik weer eeuwig bij jou.'
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.