Hij zag de
mensen gaan.
De auto’s volgeladen.
Hij keek en zag
hun vreugde
die zich niet laat raden.
Hun blijdschap
om die weken
welverdiende rust.
Hij zag,
keek om zich heen,
zag hen,
die zoals hij,
gevangen zaten
in psychoses
en schuilde
veilig bij zijn
makkers in de strijd.
Hij zag met
sombere blik
die mensen gaan,
die blij gehaast
vertrokken,
zich niet van mensen
zoals hij bewust.
Hij keek en voelde
zich van God en iedereen
verlaten.
Zijn uitje…… is
de rookplek buiten,
voor even
een moment ontsnapping.
Waarna opnieuw
de angst
het winnen zal.
Hij zag zijn eigen strijd
en bad,
ontferm U, Heer
en geef ook mij
eens vrede,
de rust waar ik zo
naar verlang.