De Heer is mijn herder.
Hij was het die mij zocht.
Hij kent al mijn wegen.
In één ademtocht.

Door de schaduwen van de dood.
Leidt Hij ons in rechte sporen.
Na een dal van diepe duisternis.
Komt het ochtendgloren.

Als het einde nadert.
De schemer van de dood verdwijnt.
Dan straalt een helder licht.
Als Gods heerlijkheid verschijnt.

Bij het overschrijden van de lijn.
Zijt Gij het die ons leidt.
Van dood naar eeuwigheid.
Een droom wordt werkelijkheid.

Hier is geen verdriet.
Geen moeite en geen zorgen.
Hij brengt ons veilig thuis.
Wij zijn in Hem geborgen.

God is van alle tijden.
Het leven is de tijd,
die God ons heeft gegeven.
Op weg naar Zijn heerlijkheid.