De herfst geeft storm en regen,
de zon zal vroeg ondergaan.
De avonden worden lang en somber,
de winter komt eraan.
 
Alles lijkt zo triest en donker,
ik zie nergens licht.
De zon zij is er zelden,
de mist is grijs en dicht.
 
In dit jaargetijde,
moet mijn geest en lichaam lijden.
Ik hunker naar de zon en 't licht,
ik kan niet zonder beiden.
 
Zoals de jaargetijden,
licht en donker geeft.
Zo is ook je levenswandel,
zo lang je hier op aarde leeft.
 
Bij voorspoed, vreugde en blijdschap,
lijkt de tijd heel snel te gaan.
Bij tegenspoed en smart,
lijkt de tijd wel stil te staan.
 
Maar Gij, o Heer geeft in Uw schepping,
in donkere tijden duidelijk zicht.
Al is de nacht ook nog zo donker,
er volgt altijd morgenlicht.
 
Ook al is het leven: herfst,
en is er nergens uitzicht meer.
Ook in donkere dagen,
geeft Gij hoop en uitkomst Heer.

Jan van der Veen