De aardbol is oud en verweerd
ofschoon steeds verbazend
met al hetgeen op haar geboren wordt
verder leeft  - vergaat  -  bloei doorgeeft
heeft een onbekend verleden
dat zes dagen en nachten verbeeldt
heel de mensheid bestaat
in de morgen van de zevende dag

we zijn omgeven door
ijle zuiverwitte nevel
warin verwaasde vragen
en stille verwondering
rondwaren om heen te gaan
naar verre dichte wolken
die eeuwig scheppingsgeheim
misschien lichte dreiging omhullen

tot altijd moedig voortgaan
noden talloze kleine dauwdruppels
elk ervan toont wat flonkering
ontsproten aan Gods oerlicht
dit bevindt zich overal tijdloos
verlaat zijn Schepper  -  komt steeds weer bij Hem.