van die rijke boer,
hij bouwde grote schuren,
dat was echt reuze stoer.
Al zijn graan en goederen,
stopte hij erin.
Hij werd rijker en rijker,
maar het had totaal geen zin.
Zelfs in het grootste bouwwerk,
puilde het weer uit.
Hij kon nooit echt genieten,
het hielp hem echt geen fluit.
Hij moest steeds harder werken,
dat maakte hem zo moe,
tot hij rijk genoeg was
en aan een feestje toe.
Maar toen hij lag te slapen,
hield zijn hart er plots mee op.
Hij had niks aan zijn rijkdom,
geen feestje, wat een strop.
Hij wilde zo graag rijk zijn,
hij had het voor elkaar,
maar had geen tijd voor Jezus,
het is raar maar waar.
Zijn miljoenen, zelfs miljarden,
maakten hem niet rijk,
want hij kon er niet mee komen,
in Gods koninkrijk.
Lucas 12:16-21
