Bij ons achter in de tuin
zat een heel klein vogeltje te kniezen
gedoken met z’n koppie schuin
af en toe vreselijk te niezen.

Dat vogeltje was ziek en koud
en ook helemaal niet happy
verlangde naar z’n nestje in ’t hout
naar zijn ma en daddy.

Voorzichtig heb ik hem op gepakt
legde hem in zijn warme bedje
maar hij was wel erg verzwakt
toen floot pa, als deed hij een gebedje.

’t Vogeltje is nu zijn nest ontvloden
en zingt boven in de hoogste kruin
heeft daarmee God zijn dank geboden
ginds bij ons achter in de tuin.

God wil als je bent verdwaald
ook jou weer op je plekje zetten
waar Hij je met warmte onthaalt
steeds op jouw gezondheid wil letten.

Als dan dat kleine vogeltje in de hof
God looft met dank en zang
geven wij Hem dan ook geen lof
en prijzen zijn goedheid levenslang.