Ieder vogeltje is anders gebekt
de één fluit, de ander kwekt
de één zingt mooi, de ander zwijgt
de ene krast, de ander krijst.

Ieder mens is anders van aard
de één heel stil, de ander praat
de één vrolijk, de ander treurt
de één tevreden, de ander zeurt.

Iedereen is heel speciaal
bijzonder mooi en elk zijn taal
de ene blank de ander bruin
een heel bos haar, een kale kruin.

Ieder mens en ieder dier
kent verdriet maar ook plezier
elk geschapen door de Heer
zijn creatie zondermeer.