Ik las laatst van een zaadje,
een zaadje, o zo klein.
't Ontkiemde in de aarde
en in de zonneschijn
gebeurde er een wonder
want, 'k zag als in een droom
hoe God dat kleine zaadje
liet groeien tot een boom.

Ik bleef verwonderd kijken,
toen, in haar schaduwlijn
bad ik tot God de Vader;
Laat mij zo'n zaadje zijn.

Bij Markus 4:30-32