In het plaatsje Noordwijk-Binnen
was een grote kippenshow.
't Mooiste kipje dat zou winnen,
kreeg een haan naar keus cadeau.
Op de catwalk paraderen
Barnevelders zwart, wit, grijs.
Maar de kip met gouden veren
won terecht de eerste prijs

En de jury die bepaalde:
'Er is ook een tweede plek.'
En de kip die dat behaalde
had een zilv'ren verendek.
Iedereen was heel tevreden,
maar één kipje keek heel sip
van de kippen die meededen.
En dat was de kale kip.

Niemand zag het kipje treuren
behalve de gekozen haan.
Hij zei: 'dat mag niet gebeuren
kijk dat kipje daar nou staan.
Waarom kijk je zo verdrietig?
Deze show is voor de grap.'
Maar het kipje vroeg heel nietig:
'Waarom ben ik niet zo knap?'

'Ach, wat zeggen gouden veren',
gaf de haan als antwoord, 'want
allen die  applaudisseren
doen dat voor de buitenkant.
Ik zie, jij bent mooi van binnen,
kom dan gaan we hier vandaan.
Ik wil iets met jou beginnen
laat die anderen maar staan'.

’t Kipje ging een nestje bouwen
zij was door haar vriend verguld
En daarna gingen ze trouwen
’t nestje werd heel snel gevuld
Kuikens kwamen op de aarde
met een kale verentooi
Van uitzonderlijk veel waarde
allemaal van binnen mooi.

En de kip met gouden veren
de geschrokken winnares?
Zij kon van dit voorval leren
't Was voor haar een wijze les.
'Ach, ik ben echt niet verbolgen
zei ze 'ik neem dit sportief
Het is goed je hart te volgen,
uiterlijk is relatief.'

Ook al heb je gouden veren
is in 't leven veel gegund
Dan zal dit gedicht je leren
dat je toch verliezen kunt.
Nee, je moet je nooit verkijken
op een knappe buitenkant.
Goud of kaal, het zijn gelijken,
allen parels in Gods hand.