Een varkentje had veel problemen
met vliegen, vlooien, ’t waren vele,
dus om jeuken te voorkomen
zocht hij naar wat modderstromen.

Lekker ging hij liggen woelen
in de blubberige modderpoelen,
had nu blubber op zijn huid
en hij knorde vreselijk luid.

Opgelucht, de jeuk was weg
hij was vies, ja dat was pech,
toen begon het op te drogen
en het dier werd opgetogen.

Zoals korstjes viel het af
viel met plakken in het gras,
en daar zaten nu nog steeds
alle beestjes in gekleefd.

Als wij zitten met problemen
kunnen wij geen badje nemen,
niet zoals een varken woelen
rollen in de modderpoelen.

Maar wij mogen bij God komen
niet alleen in onze dromen,
mogen Hem als anderen plagen
ook om Zijn bescherming vragen.

Wat wij vragen zal Hij geven
Zijn bescherming in ons leven,
’t zal nog steeds niet simpel zijn
maar het voelt wel reuze fijn.

Gewoon een vriend die altijd komt
en niet moeilijk doet of stom,
die de vijand weg zal sturen
ons zal helpen, dagen, uren.