Een zwerver heeft geen dak
woont buiten op de straat
slaapt onder lage bruggen
waar niemand met ze praat.

Ze zoeken tussen vuilnis
en in de prullenbak
naar eten dat nog goed is
dat doen ze in een zak.

Ze hebben één soort kleren
en krijgen veel verdriet
maar niemand wil ze hebben,
want douchen doen ze niet.

Maar als ik later groot ben
en koffie zetten kan
dan roep ik alle zwervers
dat ben ik echt van plan.

Net als de Here Jezus
als die hier nu zou zijn
dan ging Hij met ze praten
en spelen op het plein!

Ik wil graag Freek (mijn buurjongetje) die aan dit gedicht heeft meegewerkt hartelijk bedanken.