Klop, klop, klop...
wie tikt daar elke keer
aan het deurtje van mijn woning,
wie klopt daar telkens weer?

Klop, klop, klop...
't is een voorname Koning,
telkens weer komt Hij daar kloppen
aan het deurtje van jouw woning.

Stap, stap, stap...
waar is mijn sleutel nou?
Oh, ik heb hem al gevonden,
kom maar binnen gauw.

Stap, stap, stap...
want zo'n voorname Koning
kun je toch niet laten staan
vóór het deurtje van jouw woning?

Klap, klap, klap...
voor wat hij heeft gedaan,
Hij heeft voor ons geleden
en klopt nog telkens aan.

Klap, klap, klap...
voor onze grote koning,
die door zijn liefde steeds wil kloppen
aan het deurtje van jouw woning.