Je dwaalt over de gangen
strompelend ga je voort
ze hebben je vrouw gevangen
niemand die naar je hoort.

Ook hebben ze je bestolen
boos ben je op iedereen
je hoofd is een mallemolen
niemand die je helpt, geen één.

Na weer een onrustige nacht
met verwardheid die je kwelde
heb je weer iets meer macht
over je geest, ben je meer helder.

Langzaam glijd je steeds meer
in de poel van het vergeten
totdat je op een keer
van niets meer zult weten.

Ik smeek God om genade
voor jouw verwarde geest
je leeft als een nomade
zwervend, geen thuis, bevreesd.

Ik kan enkel een luisterend oor bieden
om je enig houvast te geven
zodat je angsten wegvlieden
al is het soms maar voor even.