Woordenstroom onsamenhangend,
niet meer wetend waar je bent.
Somber, naar de dood verlangend
omdat niets meer wordt herkend.
Handen die dwangmatig wrijven
op het houten tafelblad.
Deuren die gesloten blijven
Holle blikken, leeg en mat.
Eindeloos maar rondjes lopend
in een monotone pas.
Constant angsten, zenuwslopend,
penetrante geur van plas.
Het 'nu' is gelijk vergeten,
zodat ' straks' niet meer bestaat.
Slechts het 'toen' kent een vaag weten
geen verschil in 'vroeg' en 'laat'.
Normen aangeleerd vervagen
interesses zijn vergaan
Levenslast niet meer te dragen
een ontluisterend bestaan.
Kleding met gemorste vlekken
fijngemalen kleffe prak.
Vast achter de beddehekken
onder een verpleeghuisdak.
Waar de onmacht en het lijden
zo indringend wordt gevoeld
Waar de mens de strijd moet strijden,
die het leven niet bedoelt.
Daar waar God zo ver vandaan lijkt
is 't juist Hij die daar verpoost
Want als Hij niet naar hen omkijkt
wie biedt deze mens dan troost?
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.