die niet zo ver meer reikt.
Het is een land waar 't leven
steeds dieper van haar wijkt.
Ze ziet er nog wel bomen,
maar die zijn dor en kaal
en soms hoor je haar spreken
in 'n onbekende taal.
Je hoort als je goed luistert,
dat ze in stilte huilt
en bij haarzelf vanbinnen
voor de gevaren schuilt.
Ze is een huis waar telkens
een deur voor altijd sluit
en langzaam gaan de lampen
in de vertrekken uit.
Als straks de nacht haar toedekt,
betreedt ze aan Gods hand,
na zoveel donk're jaren,
een ander, schoner land.
Dan ziet ze weer het zonlicht,
van elke last bevrijd,
want al wat onvolmaakt is
krijgt daar volkomenheid!
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.