Als ik de regenboog kon dragen,
dan droeg ik hem naar jou.
Als ik de grootste kwast kon vinden
verfde ik de hemel blauw,
want alles is zo grijs
de ruiten zijn beslagen
de lasten die je drukken
zijn zwaar, haast niet te dragen..

Als ik de melodie kon vangen,
dan zou ik voor je zingen.
Als ik wat vonkjes over had
stookte ik een vuurtje binnen,
want alles is zo grijs
de ruiten zijn beslagen
de lasten die je drukken
zijn zwaar, haast niet te dragen..

Nu ik me zo klein, onmachtig voel
breng ik je bij die Ene
van regenboog en hemelblauw
van warmte en weer zingen
want daar, dáár vind je rust
krijg je steeds weer nieuwe kracht
Hij ontsteekt Zijn licht in jou
genoeg voor elke nacht.