Een levenslast zo zwaar als lood,
is niet langer meer te dragen.
Je schuifelt stilaan naar de dood,
heeft het nog zin om God te vragen.

Die zware last verteert je hoofd
je denkvermogen aangetast.
Je lichaam voelt aan als verdoofd,
O God ontneem mij deze last.

Kon ik maar in 't voorbij gaan,
Zijn kleed heel even nipt aanraken.
Ik zou ontlast zijn en voortaan,
voor Hem mijn leven zinvol maken.

Ik bidt tot Jezus om die kracht,
mij aan te raken als Hij wil.
Ik weet Hij heeft daarvoor de macht,
maar't wachten maakt angstig stil.

Ik schuil eerbiedig bij mijn Heer,
Alleen kan ik de pijn niet aan.
Voorbij komt Hij beslist een keer,
zijn kin'ren laat Hij nimmer staan.
Anton van der Haar