eens klotsend beukten op de oever,
daar kabbelt nu het leven van mijn moeder
en soms dan drijf ik even met haar mee.
Dan zit ik naast haar, grijp haar hand
en luister stil naar wat zij zegt.
Maar haar woorden zijn niet echt,
want ze bereiken nooit het land.
Ik wil zelf het tij wel keren
met alles wat ik in me heb,
maar weet: 't blijft altijd eb
en zij zal verder dementeren.
Als woorden niet meer klinken;
als 't oude huis wordt weggespoeld;
als alles wordt zoals bedoeld,
dan zal ook mijn onmacht zinken.
Want ik weet er komt een tijd,
die niemand ooit kan plannen,
dat wij voorgoed elkaar herkennen
in het Huis van eeuwigheid.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.