Een helm in zijn hand, gebogen schouders
zijn vieze gezicht van pijn vertrokken
verslagen in dit niemandsland

Kijkt hij op en schreeuwt de hemel
wakker, met verdriet doortrokken
een traan in de woestijn

Ongeloof drijft hem tot wanhoop, een schok
dwingt hem op knieën in het zand
zijn ogen nat en moedeloos.