Ik sta in mijn gedachten,
Bij het kruis op Golgotha,
Waar velen U verachten,
Maar U toonde Uw Gena.
 
‘k Zie doorboorde handen,
En ook de doornenkroon,
De zweep die op U landde,
Met geschater en gehoon.
 
Ik zie de striemen Vader,
En de satanist die straalt,
Ik zie Judas, Uw verrader,
Hij werd er voor betaald.
 
Ik voel in mijn gedachten,
Uw lijden, tot op het bot,
Zou het graag verzachten,
Uit liefde, voor mijn God.
 
Ik voel Uw tranen komen,
Hoor, dat U Vader roept,
Uw sterven, wederkomen,
Betaald in dierbaar bloed.
 
‘t Kruishout, Uw wonden,
Staan diep in mij gegrift,
Sterven voor mijn zonden,
Voor eeuwig durend licht.