Sneeuwvlokjes uit de hemel,
zijn één voor één uniek,
ze groeien in de wolken
en dwarrelen ludiek,
vormen een witte deken,
verbergen vuil en smet,
zij spreken van verzoening,
voor elk die erop let.

Grassprietjes uit de aarde,
zijn één voor één uniek,
uitspruitend door de warmte,
groeien zij vlug en kwiek,
dra zien we grazig weiland,
van groen en fris tapijt,
het spreekt van rust en vrede,
voor ieder uitgespreid.

Wij mensen op de aarde,
zijn één voor één uniek,
juist ons biedt Jezus redding,
het staat in Zijn kroniek.
Hij baande ook mijn wegen,
stierf daarom aan het kruis,
met Hem is nu mijn wandel,
richting het Vaderhuis.

Jesaja 1:18; Psalm 23:2; Johannes 3:16