Waar reeds ochtendgloren vertellen
van een schepping zo wonderschoon
door mensenhand niet voor te stellen
nevelsluier geweven rond kristallen kroon
in gouden stralen niet zijn te tellen.

In zon badende velden en bossen
helder water tussen weelderig riet
met bomen bekleed met mossen
en uit de kruinen klinkt een vogellied
daaronder dekking voor de vossen.

Loom door warmte en behaaglijke rust
geniet de mens van schoon en vrijheid
dan is leven op deze schepping een lust
om te genieten als van Gods nabijheid.
Dag op Gods schepping Zijn gena bewust.