De merel zingt haar lied in het ochtendgloren
De tulp laat haar bladeren door de grond heen boren
Zich uitstrekkend naar het mooie ochtendlicht
Is ook waar de lila krokus zich op richt
De duif doet zijn paringsdans op een tak
De mol graaft gangetjes op zijn gemak
De lammetjes huppelen vrolijk door de frisse wei
Het haasje zit er vredig bij
De bloesem die zich uit de knoppen ontvouwt
Het is waar Vader ook zo van houdt
Zijn Zoon heeft dit alles zo mooi gecreëerd
Dat is wat de Bijbel ons zegt, ook leert
De lentezon prikkelt op de blote huid
Een orkest van tjilpende vogels, wat een prachtig geluid
De zachte kleuren in de hoge, hoge lucht
De wind blaast zacht zijn nog frisse lentezucht
Het heldere groen wordt in de bomen geboren
Waar de koekoek zich zachtjes laat horen
Nestjes worden volop gebouwd
't Is de vlinder die haar vleugels langzaam openvouwt
De bijtjes zoeken zoemend naar honing
Zelfs de mus vindt haar woning
De buitengeur is als een heerlijke parfum
Ook de kraai lijkt in zijn hum
Het eendje dat zijn liefdeslied kwaakt
Het is de natuur die langzaam ontwaakt...