De Schepping
Zo mooi, zo volmaakt
Alles heeft God uit niets gemaakt.
De lentebloesems aan de bomen,
Gewassen op het land laat Hij opkomen.
Zelfs de kleine, werklustige mier
En de olifant, het grootste dier,
Heeft God geschapen
En Hij stelt de mens aan
Om Zijn schepping te bewaken.

De Schepping
Zo wonderlijk, zo bijzonder
Maar door onze zonde
Vernielen wij, bewakers, al het goede
Steeds maar weer
Keer op keer op keer.