de dag was goed, zon op het water,
vogels zweefden over de kalme vloed

ver weg joeg de ruimende namiddagwind
golven over pieren, pluimen zandrook

dan schuift een striemende regen
voor de kust en turen we naar uitgevloeide
contouren, de breder wordende waterstrook

het regent
blaasjes, pijpenstelen, ouwe wijven
en regen
het pijnigt en verblindt

de grauwe rusteloze watermassa
martelt, beukt en mishandelt,
zeekoppen zijn verslindende wolven

plotseling breekt de avondzon door
de bijna dichtgewaaide schemering
tovert een opgelucht gezicht

doorschijnend watergroen wordt de zee
met glanzendwit dooraderde golven

regen als een glaskralen gordijn,
stuurboord vooruit een regenboog,
twee !

kleurig waterstuifsel verzilvert
roerloos gevangen
in het brekend avondlicht
een rode gloed

de dag was goed