De gang door het verlaten bos
valt mij ineens zo zwaar.
De bomen, dreigend één voor één,
voorspellen een gevaar.
Wat is het dat mijn ziel bedrukt
in deze kille nacht,
waar elke schaduw levensgroot
als vijand op me wacht?

Dan hoort mijn oor een vogellied.
Zo laat nog op dit uur?
’t Is een betoverend gezang
en zelfs van korte duur.
Blijkt het nog mogelijk dat in
de diepe duisternis
er altijd nog het blij geluid
van zulk een vreugde is?

Zo schrik ik uit mijn bange droom,
maar met de zekerheid,
dat zich ook door mijn levensnacht
een zachte klank verspreidt.
Het tilt mij boven alles uit.
Mijn bos wordt plots’ling schoon
en zingend ga ik er doorheen.
Alleen slechts door die toon!

Frits Deubel

29 oktober 2005
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment