Kom dageraad,
Opdat de nacht weer gaat.
Toon Uw hemelblauw
In de parels van de morgendauw,
Onder een hemel van azuur,
In dit prille ochtenduur.

De schittering van uw licht,
Is als een fluisterstil gedicht,
Dat door vroege vogels wordt verwoord,
Uitgestrooid, tot aan het verste oord.

Welkom lichtstroom uit Gods hand.
Schijn op mij, als door briljant,
Die mij aan duisternis onttrekt,
En mij weerom tot leven wekt.
Zodat ik na een zoete rust,
Tot mijn taak word toegerust.