palmenderhand


parker ~ perker

zalig
zij nabij
die bomen
laten opstaan
aan waterstromen,
op gronden van vocht
dat helder hemel zocht.
die planten aan vrije kanten,
aan de randen van de straten,
de lanen, snelle doorgangsbanen,
waar al de wagens in rij maar in trek
graag wat trager langs willen komen.
zalig zij die vandaag ook kinderen
in tel om te bomen, te tonen
gaan vinden waar zij
groot nabij mogen
wonen, zij
aan zij
zijn
wij
.

palmer ~ psalmer


(naar psalm 1)