Tussen wapperende bomen
tijdens al het stormgebruis
loop ik troosteloos verloren
ik ben zoekend naar het kruis,
om mijn zorgen neer te leggen
en de stormen te weerstaan
machtig Heer wil mij herstellen
neem de lasten van mij aan.

Tijdens zware regenbuien
bij het razen van de zee
loop ik huiverend en rillend
Heer U gaat toch met mij mee? 
Ik zie eindeloze stranden           
zie mijn sporen in het zand
ze vervagen door de harde wind
Heer waar ben ik toch beland.

Tussen metershoge golven
loop ik op een heel smal pad
op de weg die U gebaand heeft        
en ik zoek de overkant.                      
Ik zie sterke Vaderhanden 
uitgestrekt tot zegening
Heer U bent er in dit zware weer
neemt van mij mijn huivering.

Ver verheven boven goden
staat U Heer, U bent nabij
voert mij mee door reuzengolven
écht in alles steunt U mij.
Eens geknakt en omgebogen 
opgericht… met nieuwe moed
loop ik in dit  herfstig leven
en ik weet het komt wel goed.