Hoe groot is Uw rijk, o, Heer,
Hoeveel lichtjaren naar een ster?
Onmetelijk in de ruimte,
Het universum eindeloos ver.

Hoe kan ik het doorgronden,
Hoe, moet ik het verstaan?
Het is een eindeloze diepte,
Wat mijn ogen gadeslaan.

Ik zie duizend sterren,
Ik zie de zon en de maan.
Geen mens kan het begrijpen,
Geen mens heeft dit gedaan.

Gij hebt dit geschapen,
Al begrijpen wij het niet.
Dit alles is Uw schepping,
Gij die alles ziet.

Eens als hier het einde nadert,
Uw licht en heil gaan zien.
Zult Gij ons alles openbaren,
Uw schepping, Uw licht en aanschijn zien.
Jan van der Veen