Mensen begrijpen dikwijls niet de taal
der dieren, die hen dagelijks omringen,
gissen diep denkend de bedoelingen
van al wat vrij leeft of in gesloten kraal.

Peuter en zuigeling vatten het verhaal,
dat klinkt uit piepen, roepen en zingen
bij kruipen of vliegende wendingen
van de wezentjes met aangenaam kabaal.

' t Is het nog zeer prille kind geoorloofd
vroege woorden der Schepping op te vangen,
en mee dragen in zuiver hart en hoofd.

De volwassen ziel beware het verlangen:
"Terwijl men met God voorttrekt, in Hem gelooft,
tone eerste jeugd steeds haar belangen."