Pasbevroren regendruppels
aan een ragfijn spinnendraad,
geven wonderschone beelden
in het schemer dat ontstaat.

Steeds opnieuw is 't wonderbaarlijk
hoe een ijzig witte laag,
't landschap tovert in een plaatje
- al is 't uitzicht nog wat vaag -.

Maar, de mist drijft alsmaar verder,
kijk, de zon komt langzaam door.
'k Zie in 't kleine grote dingen,
'k proef van 't rijzend ochtendgloor'.

Pasbevroren regendruppels
aan een ragfijn spinnendraad.
't Landschap met plots' vergezichten,
geven blijk dat God bestaat.