Wachters in
het veld
openen majestueuze deuren
van een ontwaakt aards paviljoen
vogelzang en hymnen samen
eren onze Schepper
voor het begin
van een nieuwe dag

Een dag
waar elk uur
eierschalen breekt
het steeds blauwere licht
zich moederlijk vleit
tegen al wat piept en tjilpt

Waar zwaluwouders jagen
over doezelende erven
ooievaars zeilen in de wind
het getij van bladeren
over landerijen ruist
en gele vlinders sprankelen
rond druppels
die vogels schudden
van hun verenkleed
een zon loom kuiert
over het glooiende terrein

Waar de avondstemming
het witte doek
eenmaal beschildert
de handen reikt
met ogen als lantaren
en armen als vergulde beken

Waar het pastelzachte licht
door oude bomen dwaalt
het frisse loof doet kleuren
naar donker malachiet
tot de klink beweegt
en de Landman
het laatste schijnsel
tussen de deuren weer dicht