wanneer niet eerst de bladeren gaan vallen,
de winden stormend door de kruinen gaan,
de takken kalen boven aarden wallen,
nooit ruisen winden door het golvend graan
wanneer niet eerst de korrels zijn gevallen,
de kiem uit stervend zaad dat zal vergaan
rijpt tot de oogst van gouden duizendtallen,
nooit leeft voor God wat groeit in eigen kracht
om vrucht te dragen in de nieuwe dag,
omdat het in zichzelf te gronde gaat,
maar bloeien zal voor Hem bij dag en nacht
wat in Zijn vruchtbaar land geborgen lag
en groeien ging uit eens gevallen zaad.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.