Toen U de aarde schiep
uit niets tot aanzien riep
U had het schitterend gedaan
er mankeerde niets aan.

Het water, dat was schoon
de bergen mooi en trots
de lucht, was niet vervuild
de bomen, niet geruimd.

Het vee gezond en prachtig
ja waarlijk, alles was machtig
wij hebben alles kapot gemaakt,
en U daarmee diep geraakt!

U gaf ons de aarde als geschenk
wij mochten daarop wonen...
als de kind'ren van Uw licht
leven voor Uw aangezicht!

Hoe kunt U ons vergeven?
dat wij nu niet meer zo leven
de natuur wordt steeds meer steen
om ons heen!

Ina Emmink

 2003