zomaar, achteloos in een berm
een boeket in rood, blauw of geel
tot er een machine vol gekerm
op het levend bloemtapijt verscheen

de rust verstoord, de kleur verstrooid,
in stil verwijt aan 's-mensens macht
liggen, als de verwoesting is voltooid,
de gebroken stelen in aanklacht

even later is dan diezelfde berm
geheel gehuld in decimeters groen,
maar dat éne madeliefje, onbemerkt,
blijft ons groeten met haar meizoen

laat ons hart zijn als die tere bloem
die slechts vraagt te mogen geven,
in een wereld verhuld door uni-groen
getuigen zulke bloemen van Zijn Zegen