Een najaarsstorm
Raast door mijn leven.
Mijn emoties
Willen naar buiten.
Bladeren vallen
Op mijn ziel.
Ik worstel met
Mijn gedachten.
Om mij heen
Zie ik veel licht
Maar in mij
Is het donker.

Dan voel ik
Iets als een hand
Op mijn schouder.
Voorbij de horizon
Hoor ik een stem:
“Wees niet bevreesd,
 Het ergste is nu geweest.”
Vreemd, maar ik voel me beter.
Licht schijnt nu op mijn ziel
Waar alle bladeren
Voorgoed zijn verdwenen.
God heeft mijn leven een zetje gegeven.

Een ondergaande zon
Wordt de volgende dag
Gevolgd door een
Mooie zonsopgang.
Soms valt er nog een bui
Maar de regenboog herinnert
Aan de zon die is blijven
Schijnen in mijn leven.
God heeft mij weer gered.