Ik droom er van:
Eens zal ik als een vlinder zijn .
Met gouden vleugels,
Gekoesterd door de zonneschijn.
Zo op een bloem gezeten,
En nooit geweten
Hoe het is zo mooi te zijn
Stralend als Gods vlinder in de zonneschijn.
Nu ben ik nog een rups.
Zo op een blad gezeten.
Bezig met overleven en niet weten.
Maar hoe het ook zij,
De schoonheid van de vlinder
Is er al in mij.
‘k Ervaar al vele dagen
hoe de ouderdom mij spint
in zilvergrijze draden.
’t Leven verstilt in mij
en maakt zich langzaam vrij.
Zodat bij het openen van de cocon
Ik mag dansen als een vlinder Gods
Voor altijd in de zon.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.